Jaap van der Ploeg: de kloof tussen burger en politiek

AAEAAQAAAAAAAASEAAAAJDg5MTYwMDdiLWUxMWMtNDdiYi1hNDZiLWZlMTA3MGNmZjQ1Yw.jpg

Voormalig directeur Rijksvoorlichtingsdienst

De kloof tussen burger en politiek

Je kunt geen krant openslaan of de tv aanzetten of je wordt overspoeld met “de kloof”. Arm en rijk, hoog-laagopgeleid, je kunt het zo gek niet verzinnen. De kloof krijgt steeds meer aandacht als er verkiezingen in zicht zijn. Niet alleen in de VS maar ook in Europa en in Nederland. Verwezen wordt dan naar Pim Fortuyn die de kloof in 2002 ontdekte. Maar is dat wel zo?  Al aan het eind van de jaren veertig was er al een Leidse hoogleraar die waarschuwde voor een kloof tussen de overheid en de burgers. Die afstand moest niet al te groot worden. In de jaren zeventig was er de commissie Biesheuvel die in opdracht van het kabinet Den Uyl een rapport schreef dat de voorbode was van de nieuwe wet openbaarheid van bestuur (WOB). Biesheuvel werd “open Barend” genoemd.  Openbaarheid moest de betrokkenheid van de burger vergroten. Als je nu  kijkt naar de “boze blanke man” hebben al die pogingen tot het vergroten van de betrokkenheid van de burger weinig geholpen. De elite heeft het gedaan. Het middel dat nu wordt ingezet is het referendum. Al jaren steggelt politiek Den Haag of raadpleging nou wel of niet dwingend moet zijn of adviserend. Dit speelt overigens ook in andere Europese landen. Is een referendum zinvol?  Oud VVD-politicus Frits Bolkestein had een goed argument om tegen te zijn: waarom zou je zelf blaffen als je een hond hebt. Oftewel de burger laat zich vertegenwoordigen in de Tweede Kamer en daar worden beslissingen genomen. Met die redenering ben ik het zeer eens. Referenda gaan meestal over iets anders dan waar ze over gaan. Ze zijn uitgelopen op een schoonheidswedstrijd voor de heersende macht. We hebben de pest aan deze regering en we hebben de pest aan Europa dus stemmen we tegen – waar het referendum ook over gaat. Bovendien valt nogal wat af te dingen  op de argumentatie van de voor en tegenstanders. Beiden laten niet na elkaar met leugens te bestoken. Als het woord demagogisch nog niet was uitgevonden was het daar nu de tijd voor. Hoeveel Britten hebben de consequenties  van de Brexit overzien en hoeveel Nederlanders hebben het Oekraineverdrag gelezen? Hebben we daar onze volksvertegenwoordigers niet voor?  Mijn antwoord is dus ja. Maar moeten we de burgers toch niet meer bij het bestuur betrekken. Ook hier is mijn antwoord volmondig ja. In onze democratie kun je een onderscheid maken tussen de formele democratie en de maatschappelijke. De formele democratie is het functioneren van ons parlementair stelsel, het krachtenveld tussen Regering en Parlement. Iets heel anders is de “maatschappelijke” democratie. Hier gaat het om de democratie dicht bij huis. De “blanke boze man” maakt zich echt niet druk over de vraag of we wel of niet een verdrag met de Oekraine moeten sluiten. Nee hij is boos op zijn manager die geen verstand heeft van zijn werk als professional. Hij is boos op zijn gemeente omdat de lantaarnpaal voor zijn huis na vier verzoeken nog niet is gerepareerd. Daar ligt de crux voor de oplossing: betrek de burger bij zijn directe leef- en werkomgeving. Dan is hij een stuk minder boos.