Praktisch toegepaste bestuurskunde bij de politie

Matthijs Oosterhuis is een oud-bestuurder van Dorknoper. Tegenwoordig is hij niet alleen provinciale statenlid in Groningen, maar werkt hij ook bij de politie. Een baan waarbij iedereen niet direct een link legt met bestuurskunde. Matthijs legt in zijn blog uit dat hij wel degelijke zijn bestuurskundige vaardigheden gebruikt in zijn werk bij de politie.

Bestuurskunde heeft de overheid en haar interactie met de samenleving als onderwerp. In Nederland zijn we gewend dat de overheid transparant is: we noemen ons bestuur vaak het openbaar bestuur. Vaak is dit wettelijk geregeld: besluitvorming vindt volgens de wet in beginsel in het openbaar plaats, hetzelfde geldt voor rechtspraak.

Sommige onderdelen van de overheid zijn minder transparant. Bij de Nationale Politie is openbaarheid geen vanzelfsprekendheid. Dat komt omdat wij werken met informatie die vrijwel altijd over personen gaat. En de inhoud van de informatie is altijd ontzettend privacygevoelig. Wij weten niet alleen ontzettend veel van mensen die een misdrijf plegen, maar ook van de mensen die daar slachtoffer van worden. De wet schrijft dus voor dat informatie na een bepaalde termijn vernietigd moet worden.

Zou je nu een ordening maken van de transparantie van de actoren op het speelveld van het openbaar bestuur, dan zou de Politie zeker als minder transparant beoordeeld moeten worden dan bijvoorbeeld de gemeenten. Maar helemaal aan het uiterste uiteinde van de onderverdeling vinden we actoren die zich onttrekken aan de openbaarheid: de criminele organisaties. In de onderwereld is openbaarheid vanzelfsprekend geen doel, maar moet dat juist vermeden worden. Structuur en kaders ontbreken of zijn voor de buitenwereld afgeschermd. Vrijwel alle actoren op het speelveld kennen de wet en zijn bereid om zich daar aan te houden. Dit geldt niet voor de georganiseerde criminaliteit. Wil nu de Politie haar werk goed kunnen doen, dan is kennis van deze belangrijke actor van essentieel belang. Het praktisch inzetten van multidisciplinaire wetenschappelijke kennis kan daarbij helpen.

Ik geef daarvan een voorbeeld. In een onderzoek vroegen wij ons af, hoe groot een criminele groep was. Op basis van de beschikbare gegevens kwamen we daar niet uit. In de sociologie bestaat een methode die haar oorsprong kent in de biologie: de “capture and recapture” methode. Kort uitgelegd: door (bijvoorbeeld) vissen te vangen en te voorzien van een merkteken, kun je door het aantal gemerkte en ongemerkte vissen wat je vervolgens vangt, afleiden hoe groot de populatie is. Door sociologen is deze methode verder uitgewerkt en toepasbaar gemaakt voor de politiepraktijk. Ons uitgangspunt was het ons bekende deel van de criminele groep: 35 personen. Door het toepassen van de “capture and recapture” methode kwamen wij tot een schatting van een groepsgrootte van 81 personen. Mogelijk was er dus sprake van onderschatting van het probleem.

Door kennis uit andere disciplines slim te combineren, kun je dus oplossingen vinden voor problemen in het openbaar bestuur. Dat is precies wat de praktisch toegepaste bestuurskunde moet doen!

Matthijs_Oosterhuis_A_vierkant_205_wit_25-03-2015.jpg